De kustwacht waakt over de zee

Kustwacht

Oostendse Museumhaven

Koers zetten naar een Oostendse museumhaven       
Op 7 februari werd – in het kader van toekomstplan voor de kustzone van de Oostendse Oosteroever – een studiedag georganiseerd rond de plannen voor de zone rondom de Maritieme Site Oostende. De 120 aanwezigen kregen een eerste schets van de toekomstige Oostendse museumhaven. Zo’n “museumhaven” is een nieuw concept voor Vlaanderen dat een nieuw perspectief wil geven aan varend erfgoed. In een museumhaven worden zodoende faciliteiten geboden om historische schepen vakkundig te inspecteren, te onderhouden en restaureren. Ook zullen bezoekers hier kennis maken met hun (onbekende) verhaal. De idee van “een dok met roestige boten” wordt hierdoor resoluut in de prullenmand gegooid.

"Ons beleid inzake varend erfgoed is gericht op functionerend behoud” stelt Viceminister-president Dirk Van Mechelen. “We willen niet zomaar beschermen, maar ook zorgen dat historische vaartuigen optimaal beheerd en onderhouden worden. Daarom is het idee om op verschillende plaatsen in Vlaanderen museumhavens te ontwikkelen, historisch aan de scheepvaart gerelateerde plaatsen waar eigenaars en beheerders zelf aan de slag kunnen of aan hun schip kunnen laten werken. Deze museumhavens (er bestaan plannen of intenties voor Oostende, Baasrode, Antwerpen en Lanklaar) kunnen aan bezoekers en geïnteresseerden tonen hoe boeiend de zorg voor ons varend erfgoed wel is. Tegelijkertijd wordt ook een optimale bestemming gegeven aan historische werfinstallaties”, aldus nog Dirk Van Mechelen.
In concreto wordt in de schaduw van vuurtoren Lange Nelle thans gewerkt aan een nieuwe toekomst voor de slipway. “Deze scheepsliften zullen het kloppend hart worden van de Oostendse museumhaven” verduidelijkt Bart Slabbinck, projectcoördinator. “Hier kunnen historische schepen worden droog gezet. Hier kunnen ze geïnspecteerd worden door Monumentenwacht waarna ze onderhouden of gerestaureerd kunnen worden door sociale tewerkstelling of een Oostends bedrijf. Bovendien kan dus dit uniek staaltje industrieel erfgoed in actie bewonderd worden.”

Een nieuw leven voor de slipway
“In de jaren twintig was de oude Oostendse ‘vismijn’, te klein geworden en voldeed anderzijds niet meer aan de hygiënische eisen. Het stadsbestuur besloot dan om voor de nieuwe vismijn een plaats te zoeken op de oostelijke havenoever. Meteen werden plannen gesmeed voor een nieuw visserijdok, bijbehorende vismijnhallen en plaats voor de vele scheepswerven. In de periode 1922-1934 werd het visserijdok gegraven en ontstond een nieuwe vissershaven.”
“In 1931 worden aan de noordzijde van het dok twee slipways geïnstalleerd, één met draagvermogen van 1.000 ton en een tweede met een vermogen van 500 ton. Er wordt gekozen voor een Amerikaans concept van ‘Crandall Dry Dock Engineers Inc.’, dat toen al meer dan 80 jaar op de markt was en haar’ deugdelijkheid en kennis had bewezen. Het principe van de droogzetting, dat voor het eerst werd gerealiseerd in 1854, is gebaseerd op een grote metalen slede met houten vloer, die over rails door middel van kettingen op een helling wordt getrokken.”
“In de periode 1971-1972 werd eerst een uitgebreide renovatie doorgevoerd. Tot op vandaag is de installatie nog volop in gebruik en elk jaar worden zo’n 150 schepen droog gezet. Het zijn voornamelijk vissersvaartuigen, vaartuigen van VLOOT (loodsboten,e.a.), werkboten en jachten die er van gebruik maken voor preventief onderhoud, kleine reparaties en schilderbeurten. Dit willen we uiteraard behouden maar bovenal dus ook versterken.” vertelt Jacques Deschacht, Maritieme Site Oostende.
De unieke installatie, die beschermd werd als monument, is ondertussen aan een nieuwe restauratie toe. Een voorafgaand onderzoek werd uitgevoerd door Monumentenwacht (die in 2008 een inspectie(duik) uitvoerde) alsook door de Amerikaanse firma Crandall. Deze laatste heeft afgelopen week de slipway (en haar gebreken) opgemeten. Deze informatie wordt de basis van een grondige restauratie.
In de museumhaven worden ook andere faciliteiten voorzien. Zo zal de Noordwestelijke zijde van het Vuurtorendok ligplaatsen krijgen voor historische vaartuigen. In de museumhaven zullen ook specifieke acties opgezet worden naar bezoekers. Met de komst van historische schepen zal het immers elke week of maand een mini Oostende voor Anker zijn. 

Ook de verhuis van scheepswerf Lowyck alsook de uitbouw van land based facilities voor het Vlaams Instituut voor de Zee worden mee opgenomen in de plannen. “Deze acties bewijzen dat de museumhaven ingepast wordt in onze plannen voor de haven van Oostende. Zoals voorbeelden in het buitenland aantonen kan een doordacht uitgebouwde museumhaven ook een hefboom betekenen voor nieuwe arbeidsplaatsen.” besluit havenvoorzitter Johan Vande Lanotte.


Perscontact
Bart Slabbinck
0473/47.23.74
bart.slabbinck@buitengoed.be
www.oostendeoosteroever.be
Projectsecretariaat toekomstplan kustzone Oosteroever, Buitengoed